‘Ik (Carina) ga wekelijks naar het vluchtelingenkamp en ben dankbaar dat de inmiddels 4 duizend mensen nu eindelijk een goede watervoorziening hebben. Al maanden geleden werd er een diepe waterput gegraven, maar het duurde 8 maanden voordat er toestemming voor de watertoren gegeven werd. In januari konden de watertoren, de kranen en de zonnepanelen eindelijk geplaatst worden en kon het water in gebruik genomen worden. Natuurlijk werd dit heugelijke feit gevierd met een kleine ceremonie en een woord van dank tot God.
Enkele dagen na de officiële opening was ik opnieuw in het kamp en deelden we zeep uit aan de vluchtelingen rondom de waterplaats. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om het verhaal van de Samaritaanse vrouw uit Johannes 4 te vertellen. Prachtig om de mensen zo te wijzen op Jezus, het Levende Water.
Ik ken inmiddels een aantal vrouwen en gezinnen behoorlijk goed en Dorina is mijn speciale vriendin die goed Bambara verstaat en mij helpt met de taal als ik Fulanie sprekende vrouwen ontmoet. In hun hutje kom ik wekelijks met zo’n 10 vrouwen bijeen om een Bijbelverhaal te vertellen.’