Tijdens een wandeling ontdekte William een prachtig rood vlindertje. Die zat op een hek. Precies op ooghoogte voor een zesjarige. Hij liet zich een beetje voorover zakken om het schepseltje eens goed te bewonderen. Maar het krijste op eens uit!
Dit insect kon blijkbaar gif spuiten en deed dat recht in Williams oog! Het is één van de zoveel dingen over de tropen die wij, Mark en Bibi, door ervaring leren. Door schade en schande wordt men wijs? Zoiets dus.
Zo weten we inmiddels dat termieten in Azië door beton kunnen vreten en zich via elektriciteitskabels door de wanden verplaatsen, dat hun koningin zelfs met de beste verdelgingsmiddelen nauwelijks uit de weg te ruimen is en wel 15 jaar oud kan worden! Dat je een bananenboom kunt omhakken en dat deze zo’n drie weken later alweer een meter hoog is! Dat er kakkerlakken bestaan die wel 3 tot 5 centimeter lang kunnen worden en (huiver) kunnen vliegen!
Ook ontdekten we dat er minuscule mieren bestaan die uit de kiertjes tussen de tegels omhoog komen, vaak met honderden tegelijk. Dat alles, en dan dus ook alles, wat maar enigszins eetbaar is, in afgesloten bakken bewaard moeten worden. Deze miertjes zijn zo klein dat ze zelfs het scherm van een laptop binnen weten te dringen.
Ook geen onbelangrijke ontdekking is dat je in de Aziatische tropen nooit door afgevallen droge bladeren moet lopen, omdat er wel eens een gifslang in verscholen kan liggen. Sommige dingen maken ons aan het lachen, en andere zijn vervelend. Soms zelfs onverwacht bedreigend, vooral als het de kinderen raakt.