Afgelopen maand bezochten Peter en Anne-Marie Dekker (CAMA zendelingen) het rampgebied in Sulawesi (Palu, Indonesië). Ze waren er specifiek om mensen te bemoedigen en te ontdekken hoe het geld vanuit Nederland is besteed. Hoewel de situatie nog steeds erg schrijnend is vertelden ze in hun nieuwsbrief dat er vooruitgang is!
Zo waren Peter en Anne-Marie op bezoek bij een kerk in Palu. Ze ontdekten dat er maar liefst drie tot vier keer per week, door 20 vrijwilligers gekookt wordt. Hierdoor kunnen ongeveer 1.000 mensen goed te eten krijgen.
Anne-Marie vroeg aan de voorganger van de vrouw waarom de kerk hier zoveel tijd en aandacht in stopt. De vrouw vertelde dat ze gered is van de tsunami door gebed. Ze heeft een enorme golf op haar af zien komen en kon met haar auto vol mensen snel omkeren. Op dat moment leek het of de golf langzamer bewoog. Maar terwijl ze achterom keek, zag ze veel mensen schreeuwen en verdronken er mensen. Ze wil nu juist haar dankbaarheid uiten en de medemens helpen.
Veel van de inwoners in Palu wonen nog steeds in tenten en zijn familieleden kwijt geraakt. Het rampgebied ziet er, vijf maanden na de tsunami (zie foto), nog steeds uit als een rampgebied. De lokale bevolking heeft geen geld om eten te kopen. Door de grote schaarste zijn alle prijzen sterk gestegen en valt het voor de mensen niet mee om dagelijks eten te kunnen bereiden.
Wanneer het eten uit de kerk klaar is en per portie ingepakt is rijden Peter en Anne-Marie mee naar de tentenkampen. Ze delen het eten uit aan de hongerige mensen, die dankbaar het voedsel en water aannemen. Mensen vertellen ondertussen heftige verhalen over de tsunami. Maar tonen gelijk ook hun dankbaarheid.
Zo ook op een school, waar kinderen met een lesprogramma leren om te gaan met hygiëne en gezondheid. Ze krijgen allemaal een rugtas. Hierin zit zee, een tandenborstel, een pakje melk en wat gezonde voeding. “Wat een dankbare gezichtjes zien we”, aldus Anne-Marie. Heel trots lopen de kinderen met hun rugtassen naar hun tent en laten ze het hun familie zien.
